Wat versta ik onder maculadegeneratie?
Vanaf je 40e is het vrij normaal dat je ogen achteruit gaan. Kleine lettertjes lezen wordt moeilijk en al gauw komt er een leesbril aan te pas. Het maakt deel uit van het ouder worden.
Als je echter overal waar je kijkt een wazige of donkere vlek ziet, of je beeld lijkt vervormd, dan is er meer aan de hand. Mogelijk heb je te maken met maculadegeneratie.
Scherp zien doe je met de kegeltjes die in de macula of gele vlek zitten achterin je oogbol op het netvlies. Wanneer deze macula beschadigd raakt of minder goed werkt (degenereert), zal je dus moeilijker details kunnen zien. Een leesbril zal in dit geval weinig uithalen. Deze helpt immers bij problemen met de ooglens, niet bij aandoeningen van het netvlies.
Dit zijn enkele symptomen die je kan ondervinden:
- Kleuren worden fletser;
- Woorden op de pagina voor je worden wazig en het lijkt of er letters ontbreken;
- Je kan een zwarte vlek waarnemen in het midden van je beeld;
- Rechte lijnen lijken vervormd, vooral in het centrum van je gezichtsveld.
De twee belangrijkste types maculadegeneratie zijn ‘droge’ (atrofische) maculadegeneratie en ‘natte’ (neovasculaire) maculadegeneratie.
Beide vormen zijn leeftijdsgebonden en treden pas op tussen uw 50 en 60 jaar. Je kan echter ook op jonge leeftijd (12 – 18 jaar) maculadegeneratie ontwikkelen. Dan gaat het eerder om erfelijke vormen zoals de ziekte van Best, de ziekte van Stargardt en kegeldystrofie. Vermits dit vrij zeldzame vormen zijn, gaan we er hier niet dieper op in.
Droge maculadegeneratie is de meest voorkomende vorm. Het betreft ongeveer 90% van de gevallen. Wanneer je veroudert, worden de weefsels van je macula dunner. Hierdoor zal je langzaamaan minder scherp kunnen zien.
Wanneer je zicht echter plots sterk achteruit gaat en je beeld in enkele dagen tot weken ernstig vervormt, kan je te maken hebben met de natte vorm. Onder de macula vormt er zich dan een netwerk van abnormale bloedvaatjes. Deze bloedvaatjes lekken vocht en veroorzaken bloedinkjes en littekens, waardoor het zicht vertroebelt.
Niet iedereen heeft evenveel kans om maculadegeneratie te ontwikkelen. We sommen hier de belangrijkste risicofactoren op:
- Leeftijd. Maculadegeneratie is de meest voorkomende oorzaak van gezichtsproblemen bij 60-plussers.
- Geslacht. Een vrouw van 75 jaar heeft twee keer meer kans op maculadegeneratie dan een man van dezelfde leeftijd. Dat zou komen doordat vrouwen na de menopauze minder oestrogeen (een hormoon) aanmaken, wat een invloed zou hebben op de macula.
- Erfelijkheid. Als iemand in je naaste familie maculadegeneratie heeft, is de kans dat je het krijgt beduidend groter.
- Verhoogde bloeddruk en slagaderverkalking.
- Roken. Onderzoek heeft aangetoond dat wanneer je een pakje sigaretten per dag rookt, je vijf maal meer kans heeft om maculadegeneratie te ontwikkelen. Het risico blijft bovendien zo hoog tot 15 jaar nadat je gestopt bent met roken.
- Voeding. Er zou volgens onderzoek een verband zijn tussen maculadegeneratie en een gebrek aan antioxidanten in de voeding. Ons lichaam heeft voor heel wat processen zuurstof nodig. Wanneer we die zuurstof verbruiken worden er ook vrije radicalen aangemaakt als een ‘bijproduct’. Dit zijn echter geen onschuldige stoffen! Vrije radicalen brengen schade aan op verschillende plaatsen in het lichaam, waaronder de macula. Antioxidanten beschermen ons gelukkig hiertegen door deze radicalen te vangen en ze onschadelijk te maken. Een deel van deze antioxidanten kan ons lichaam zelf aanmaken, maar de rest moet uit de voeding komen. Voor onze ogen zijn carotenoïden, in het bijzonder luteïne en zeaxanthine de belangrijkste antioxidanten. We komen hier later nog op terug.
Ook overmatig gebruik van alcohol en een te hoog gehalte aan cholesterol zijn factoren die het netvlies kunnen beschadigen.
Lees meer
Lees minder
Wat kan ik er zelf aan doen?
Je levensstijl heb je zelf in de hand. Er zijn enkele eenvoudige stappen die je kan ondernemen tegen maculadegeneratie.
- Rook niet.
- Wees matig met alcohol.
- Draag bij fel zonlicht een zonnebril met een goede UV-filter. Het ultraviolette deel van het licht kan schadelijk zijn voor het netvlies.
- Eet gezond, met minder vetten en meer groenten en fruit. Eet vooral groenten met veel antioxidanten die goed zijn voor uw ogen. Dit zijn onder andere rauwe spinazie, broccoli, boerenkool, tuinbonen, bladsla, rauwe wortelen, spruiten, maïs, paprika, groene erwten en tomaten.
Verwacht hier echter geen mirakels mee. Men weet immers niet of antioxidanten de degeneratie kunnen stoppen. Wanneer er al schade is, zal deze bovendien ook niet verdwijnen door enkel op uw voeding te letten.
Studies hebben aangetoond dat omega-3 vetzuren het ontwikkelen van natte maculadegeneratie tegengaan. Bovendien remmen ze verouderingsprocessen in het algemeen, dus ook de veroudering van de macula.
Omega-3 kan je vooral terugvinden in schaal- en schelpdieren (bijvoorbeeld krab, kreeft, mosselen, oesters) en vette vissoorten zoals sardines, verse tonijn, makreel, zalm, poon, forel, paling, en ansjovis.
Lees meer
Lees minder
Wat vertelt ik mijn apotheker?
Wat zijn je klachten? Hoe lang heb je er al last van? Heb je zelf al iets ondernomen? Gebruik je medicatie? Deze informatie kan je apotheker op weg helpen om je gepast advies te bezorgen. Hoogst waarschijnlijk zal hij of zij je dan doorverwijzen naar je oogarts.
Lees meer
Lees minder
Wat kan mijn apotheker voor me doen?
Zoals eerder al vermeld, kan maculadegeneratie te wijten zijn aan een gebrek aan antioxidanten in de voeding. Je apotheker kan je dan helpen met voedingssupplementen. Zo kan je in enkele algemene vitaminesupplementen lutheïne terugvinden, speciaal om oogproblemen op latere leeftijd te voorkomen.
Daarnaast bestaan er ook specifieke supplementen voor de ogen. Deze bevatten lutheïne en zeaxanthine (in hogere dosissen dan in de algemene vitaminepreparaten), aangevuld met vitamine A, vitamine C of andere antioxidanten. Enkele van deze supplementen bevatten ook omega-3 vetzuren (zie hoger).
Let wel, er is voor deze producten geen duidelijk bewijs dat ze de maculadegeneratie werkelijk kunnen verhelpen. Mogelijk hebben ze enig nu in de preventie ervan.
Lees meer
Lees minder
Wanneer dien ik een arts te raadplegen?
Je oogarts zal beginnen met je netvlies grondig te onderzoeken. Op die manier kan hij of zij het type maculadegeneratie (droog of nat) en de omvang van de letsels bepalen. Op basis hiervan kan de oogarts dan uitmaken welke behandeling er voor je mogelijk is.
Wanneer je aan droge maculadegeratie lijdt kan je arts jammer genoeg weinig voor je doen. Hij zal je adviseren over voedingssupplementen en eventuele hulpmiddelen om het lezen te vergemakkelijken (bijvoorbeeld speciale loepen en lampen).
Voor de natte vorm zijn er wel enkele behandelingen mogelijk:
- Laserbehandelingen om de lekkende bloedvaatjes dicht te branden. Dit zorgt wel voor kleine zwarte vlekjes in je gezichtsveld, maar dat zou een klein probleem zijn in vergelijking met het gezichtsverlies zonder behandeling.
- Photodynamische Therapie: hierbij krijg je een stof ingespoten, die via het bloed naar de macula gaat. Vervolgens wordt de macula dan bestraald met een speciale laser. Dit zorgt ervoor dat de lekkende bloedvaatjes dichtslibben. Met deze behandeling heeft u geen gezichtsverlies.
- Injecties met anti-VEGF: VEGF (vasculair endotheliale groei factor) is een eiwit dat een belangrijke rol speelt in de aanmaak van nieuwe bloedvaatjes en lekken uit deze bloedvaatjes. Door een stof in je oog te injecteren die VEGF blokkeert, rem je de degeneratie af.
- Chirurgie om grote bloedingen in de macula te verwijderen. Dit is echter een ingewikkelde ingreep en wordt maar in specifieke gevallen uitgevoerd.
Lees meer
Lees minder