- Wie komt in aanmerking?
- Ondersteuning van de patiënt
- Programma educatie en zelfzorg
1 Wie komt in aanmerking voor het zorgtraject ‘Diabetes type 2’?
Voor dit zorgtraject komen alleen patiënten in aanmerking die lijden aan diabetes type 2. Bijkomende voorwaarde is dat zij 1 of 2 insuline-injecties per dag krijgen ofwel dat er onvoldoende controle bij maximale orale behandeling wordt bereikt en er een insulinebehandeling wordt overwogen. Aan dat tweede criterium beantwoorden ook patiënten die een behandeling incretinemimetica starten of volgen.
Patiënten met diabetes type 1, zwangere vrouwen of vrouwen met een zwangerschapswens en patiënten met meer dan 2 insuline-injecties per dag kunnen dus niet toetreden tot het zorgtraject ‘Diabetes type 2’.
Daarnaast dienen de patiënten uiterlijk binnen het jaar na opstart een Globaal Medisch Dossier te hebben bij hun huisarts.
Van de patiënten die toetreden tot een traject wordt ook verwacht dat zij een educatie volgen door een erkende diabeteseducator. Bovendien moeten ze zich engageren om minstens 2 keer per jaar de huisarts te raadplegen en 1 keer per jaar de specialist aangaande hun diabetes.
2 Ondersteuning van de patiënt in het zorgtraject ‘Diabetes type 2’
Educatie
Centraal in het zorgtraject Diabetes type 2 staat de educatie van de patiënt. Alle zorgverleners geven aan de patiënt de nodige uitleg en opleiding over zijn diabetes. Zo staan zij in voor de basiseducatie van de patiënt.
In drie fases van het diabetesverloop is educatie door een erkende diabeteseducator verplicht:
- Bij de start van insulinetherapie of van incretinemimetica
- Bij de overgang van 1 naar 2 injecties insuline
- Bij onvoldoende metabole controle (HbA1c > 7,5%)
Diabeteseducatoren zijn verpleegkundigen, diëtisten, podologen of kinesisten die een bijkomende opleiding diabeteseducatie gevolgd hebben en die over een specifiek RIZIV-registratienummer beschikken. Op de website www.zorgtraject.be zijn lijsten beschikbaar met geregistreerde diabeteseducatoren. De huisarts kan diabeteseducatie voorschrijven via een diabeteseducator in de eerste lijn volgens onderstaande 3 modules. Wanneer het aanbod eerstelijnseducatoren ontoereikend is of bij patiënten met een complexe medische toestand kan de huisarts educatie voorschrijven via een diabeteseducator uit een diabetesconventiecentrum (tweede lijn). Bij educatie via een conventiecentrum zijn de modules starteducatie, opvolgeducatie en extra educatie niet van toepassing.
Voor de educatie bij een diabeteseducator is er altijd een voorschrift van de huisarts nodig. De educator maakt een verslag op voor de huisarts dat in het GMD moet worden bewaard.
Er bestaan 3 verschillende modules:
- Starteducatie (max. 5 uur gedurende het opstartjaar)
- Opvolgeducatie (max. 1 uur in het jaar volgend op het opstartjaar)
- Extra educatie bij problemen (max. 2 uur, ten vroegste in het jaar volgend op het opstartjaar)
De huisarts kan de opstarteducatie alleen maar voorschrijven aan patiënten met een zorgtraject diabetes die nog nooit educatie gekregen hebben. Patiënten die al educatie kregen via de diabetesconventie of via referentieverpleegkundigen hebben geen recht meer op opstarteducatie.
Educatie door een erkende diabeteseducator houdt onder andere volgende aspecten in:
- individuele educatie van de patiënt en van zijn omgeving
- informatie en inzicht geven in de ziekte: oorzaak van de ziekte, ziekteverloop, verwikkelingen, levensverwachting
- motiveren tot levensstijlaanpassingen: evenwichtige voeding, rookstop, beweging
- informeren hoe hypo- en hyperglycemie voorkomen, herkennen en corrigeren
- uitleg geven over het effect van bepaalde geneesmiddelen op de glycemie (o.a. siropen)
- aanleren van de inspuittechniek van insuline, rotatie van injectieplaatsen
- uitleg geven over werking van insuline, bewaring van insuline
- aanleren van glycemiemetingen met glucometer, lancetten en strips
- uitleg geven over levensverzekeringen, rijbewijs, sollicitaties, reizen,..
In overleg met de patiënt kiest de diabeteseducator de meest geschikte glucometer. Hij vult de merknaam ervan in op het aanvraagformulier voor zelfcontrolemateriaal.
Zelfzorgmateriaal
Patiënten in een zorgtraject diabetes type 2 recht op:
- 1 gratis bloedglucosemeter om de 3 jaar
- 3x50 strips en 100 lancetten om de 6 maanden.
Zij kunnen dit materiaal gratis verkrijgen via de apotheek, thuiszorgwinkels of de patiëntenvereniging, op vertoon van een voorschrift van de huisarts met de melding “Zorgtraject Diabetes type 2 – bloedglucosemeter en zelfcontrolemateriaal”. De vermelding “derdebetaler van toepassing” is niet verplicht.
Voor de aflevering van een glucosemeter is er ook een formulier nodig van de diabeteseducator waarop het type glucometer wordt vermeld. Dat formulier moet aan het voorschrift gehecht worden. Voor de hernieuwing van de strips en lancetten is er geen attest of formulier nodig.
De taak van de apotheker beperkt zich niet tot de aflevering van dit zelfcontrolemateriaal: hij legt de werking van de toestellen uit en geeft een duidelijke uitleg over het gebruik ervan.
Consultaties bij een diëtist / podoloog
Patiënten in een zorgtraject diabetes hebben jaarlijks recht op 2 consultaties van min. 30 minuten bij een erkend diëtist. Hiervoor is er wel een voorschrift van de huisarts nodig met de vermelding “zorgtraject diabetes type 2”. Voor die consultaties betaalt de patiënt het remgeld.
Als die patiënten tot een risicogroep behoren, hebben zij jaarlijks recht op 2 consultaties van min. 45 minuten bij een erkend podoloog. Hiervoor vermeldt de huisarts op het voorschrift “zorgtraject diabetes” en de risicogroep waartoe de patiënt behoort. De patiënt betaalt het remgeld voor deze consultaties.
Geneesmiddelen
Sinds 1 mei 2010 worden een hele reeks geneesmiddelen terugbetaald mits melding van de voorschrijvende arts op het voorschrift “Zorgtraject Diabetes” of “ZTD”. Dat geldt alleen voor patiënten die genieten van een zorgtraject voor Diabetes én voor zover de betrokken patiënt voldoet aan alle medische voorwaarden die noodzakelijk zijn om de vergoeding van de betrokken specialiteit te krijgen.
Patiënten in een dergelijk zorgtraject moeten dus geen attest meer aanvragen voor terugbetaling.
De betreffende lijst geneesmiddelen vindt u op www.zorgtraject.be.
Opgelet: patiënten buiten een zorgtraject hebben wel nog steeds een attest nodig voor die geneesmiddelen.
3 Het programma educatie en zelfzorg
Patiënten die geen educatie via een erkende diabeteseducator wensen, kunnen instappen in het programma ‘Educatie en Zelfzorg’. Zij krijgen dan de educatie via hun huisarts.
Voor het programma ‘Educatie en Zelfzorg’ komen patiënten met diabetes type 2 in aanmerking die een behandeling starten of reeds volgen met inspuitbare incretinemimetica of één enkele insuline-injectie per dag. Deze patiënten moeten ook een GMD hebben bij hun huisarts.
De huisarts vult een vastgelegd model in waarmee hij bevestigt dat een dergelijk programma opgestart wordt en dat de patiënt effectief diabeteseducatie krijgt. Hij bezorgt dat formulier aan de adviserend geneesheer van het ziekenfonds.
Het programma ‘Educatie en Zelfzorg’ kan niet gecombineerd worden met een zorgtraject of de diabetesconventie. Indien nodig kan de patiënt later wel overstappen naar een zorgtraject.
De patiënten in het programma ‘Educatie en Zelfzorg’ hebben recht op:
- 1 gratis bloedglucosemeter om de 3 jaar
- 2x50 strips en 100 lancetten per jaar
Zij kunnen dat materiaal gratis verkrijgen via de apotheek, thuiszorgwinkels of de patiëntenvereniging, op vertoon van een voorschrift van de huisarts met de melding “Programma Educatie en Zelfzorg – bloedglucosemeter en zelfzorgmateriaal”.
De taak van de apotheker beperkt zich niet tot de aflevering van dit zelfcontrolemateriaal: hij legt de werking van de toestellen uit en geeft een duidelijke uitleg over het gebruik ervan.